Anesthesie
De ingreep begint met het toedienen van algehele of lokale verdoving, afhankelijk van de omvang van de correctie en het advies van uw chirurg, zodat u zich tijdens de operatie comfortabel voelt.
Plaatsing van de incisie
Uw chirurg maakt strategisch geplaatste incisies, meestal rond de rand van de tepelhof of op onopvallende plaatsen op de borst, om toegang te krijgen tot het onderliggende weefsel. In gevallen waarin liposuctie nodig is, worden kleine incisies gemaakt om zichtbare littekens tot een minimum te beperken.
Weefsel- en vetverwijdering
Overtollig klierweefsel, vet of beide worden verwijderd om een meer proportionele borst te creëren. Liposuctie kan worden gebruikt voor het verwijderen van vet, terwijl excisietechnieken worden toegepast op klierweefsel en overtollige huid. Deze combinatie is ideaal voor het bereiken van een glad, natuurlijk ogend resultaat.
Contouren en hervormen
Zodra het overtollige weefsel is verwijderd, wordt het resterende borstgebied gevormd en opnieuw gevormd om symmetrie en een gedefinieerde contour te garanderen. Indien nodig kan de tepelhof worden verkleind of verplaatst voor een betere balans en proportie.
Sluiten van de incisies
De incisies worden zorgvuldig gesloten met hechtingen of chirurgische lijm. Er wordt naar gestreefd om littekens tot een minimum te beperken door de incisies af te stemmen op de natuurlijke contouren van de borst.
Aanbrengen van verband en compressiekleding
Er worden steriele verbanden aangebracht om de incisies te beschermen en er wordt een compressiekledingstuk aangemeten. Dit kledingstuk ondersteunt de borst, vermindert zwelling en helpt de huid zich tijdens het herstel aan te passen aan de nieuwe contouren. Aanbrengen van verbanden en compressiekledingstukken