Anesthesie
De operatie begint met een verdoving om ervoor te zorgen dat u zich tijdens de ingreep comfortabel voelt. Meestal wordt een algehele narcose toegepast, zodat de chirurg de operatie nauwkeurig kan uitvoeren terwijl u geen pijn voelt.
Incisie
Afhankelijk van de gekozen chirurgische techniek maakt de chirurg een open of gesloten incisie. Bij een open neuscorrectie wordt een kleine incisie gemaakt in de columella (het weefsel tussen de neusgaten), waardoor een complexere hervorming beter zichtbaar is. Bij een gesloten neuscorrectie worden incisies gemaakt in de neusgaten, waardoor er geen zichtbare littekens aan de buitenkant achterblijven. In sommige gevallen kunnen ook incisies worden gemaakt in de neusvleugels (vleugelcorrectie) om de neusgaten te verkleinen.
Neuscorrectie
De chirurg vormt het onderliggende bot, kraakbeen en weefsel opnieuw om de gewenste neuscontour te verkrijgen. Dit kan het verminderen of vergroten van structuren, het rechtzetten van de neusbrug of het verfijnen van de neuspunt omvatten. Er worden gespecialiseerde instrumenten en technieken gebruikt om de neus met precisie te modelleren.
Sluiten van de incisie
Zodra de hervorming is voltooid, sluit de chirurg de incisies met fijne hechtingen. Bij een open neuscorrectie wordt de incisie in de columella zorgvuldig gehecht om zichtbare littekens tot een minimum te beperken. Er kunnen interne spalken of tampons worden aangebracht om de genezende neusstructuren te ondersteunen.
Spalk en ondersteuning
Er wordt een externe spalk aangebracht om de nieuwe vorm van de neus te ondersteunen en te beschermen tijdens de eerste genezingsfase. Deze spalk helpt zwelling te verminderen en zorgt ervoor dat de neus stabiel blijft in zijn nieuwe vorm.